Voor Uitwendige Therapieën in de Anthroposofische Verplegkunde

Ritmische inwrijvingen volgens Wegman/ Hauschka

De ritmische inwrijvingen zijn gedurende de eerste helft van de twintigste eeuw door de arts Ita Wegman ontwikkeld op basis van de antroposofische geneeskunde, in samenhang met de ritmische massage. Dr. Margarethe Hauschka werkte ze na de Tweede Wereldoorlog verder uit en sinds ca. 1980 zijn de ritmische inwrijvingen, vooral door verpleegkundigen, aangepast aan en bruikbaar gemaakt voor de dagelijkse professionele toepassing.
Professionele verpleging kenmerkt zich door ondersteuning van de genezingsprocessen van de mens op fysiek, ziels- en geestelijk niveau. In de ritmische inwrijvingen wordt dit op een bijzondere manier tot uiting gebracht.

Uitvoeringskwaliteit

Ritmische inwrijvingen worden gekenmerkt door de uiterst behoedzame aanraking, waarbij de uitvoerende met de hand ritmisch gevormde, meestal cirkelende strijkbewegingen over het lichaam maakt. De hand verbindt zich met het weefsel ‘zonder zich op te dringen’, en laat het weer los ‘zonder het te verlaten’. De keerpunten in het ritmische proces staan garant voor een eenduidige wisselwerking en samenhang tussen de polen. Tegelijkertijd zorgen flexibele aanpassing en voortdurende verandering steeds weer voor variatie. De allesbepalende lichte aanraking – vooral in de fase van het loslaten – wordt ‘zuigende’ kwaliteit genoemd. Daarmee wordt de kracht bedoeld die tegen de zwaartekracht in gaat.
Behandeld worden armen, benen, rug, borst en buik – zowel als deelinwrijvingen (inwrijvingen van voet, onderbeen, knie- of schoudergewricht), apart, gecombineerd of als totale lichaamsinwrijving. 

Speciale vormen van inwrijvingen

Tot de speciale vormen behoren de inwrijvingen van milt, lever, nieren, hart, blaas, zonnevlecht en de pentagram-inwrijving. Deze inwrijvingen worden meestal met metaalzalven uitgevoerd op het betreffende orgaan. De behandeling ondersteunt de specifieke functie van het orgaan.

Werking

Hoewel de werking van inwrijvingen velerlei is en per persoon sterk kan verschillen, zijn er algemene dingen over te zeggen. De fenomenologische studie van dr. M. Bertram (2005) leidde tot de beschrijving van drie reactiepatronen: losmaken, weer-één-worden en hernieuwde kracht. Daarbij gaat het om veranderingen in het gevoel van ziek-zijn en welbevinden.
Vanuit de menskunde laat de werking zich verklaren:


Toepassingsgebieden

Ritmische inwrijvingen kunnen worden toegepast in alle klinische vakgebieden, bijvoorbeeld in de baby- en kinderverpleging, verloskunde (voor en na de geboorte), psychosomatiek en psychiatrie in alle levensfasen, neurologie, in de zorg voor comapatienten, bij de revalidatie en in de ouderenzorg.
Daarnaast vormen ze onderdeel van de zorg in de heilpedagogie/sociale therapie, in de poliklinische verpleging als ook in de thuiszorg.
Zeer acute en onduidelijke situaties waarin andere maatregelen op de voorgrond staan, vormen een contra-indicatie voor ritmische inwrijvingen.